Den Haag is voor wethouders de op een na grootste 'probleemgemeente' van Nederland. Sinds 2002 kregen in onze stad twintig wethouders een of meerdere keren te maken met een politieke vertrouwensbreuk. Alleen in Almere gebeurde dat vaker: daar ging het 24 keer mis, blijkt uit onderzoek van DeCollegetafel.

Volgens Binnenlands Bestuur, het vakblad voor ambtenaren en bestuurders, is Den Haag vooral sinds 2018 een "politiek mijnenveld". In dat jaar werd Groep De Mos de grootste partij in de Haagse gemeenteraad en nam deel aan het college van burgemeester en wethouders (foto). De spanningen namen toe nadat Richard de Mos en Rachid Guernaoui een jaar later vanwege een corruptieonderzoek moesten vertrekken. De nasleep daarvan houdt de Haagse politiek sindsdien in zijn greep en leidde zowel toen als in 2023 tot de val van het volledige college.

"Door de confrontatie tussen de ombudspolitiek van Hart voor Den Haag en de landelijke partijen heerst er een afrekencultuur", stelt Binnenlands Bestuur. "Dat werd dit jaar opnieuw zichtbaar met het wegsturen van PvdA-wethouder Martijn Balster. Omdat Den Haag een minderheidscollege heeft, is elke raadsvergadering voor wethouders een balanceeract om politiek te overleven."

Ranking

Voor de ranking van probleemgemeenten zijn in alle 342 Nederlandse gemeenten de tijdelijke en definitieve politieke valpartijen sinds 2002 geïnventariseerd. In het onderzoek 'Bestuurlijk gedonder' van Milo Schoenmaker worden probleemgemeenten omschreven als gemeenten die structureel worden geconfronteerd met bestuurlijke conflicten en crises: wethouders die vertrekken, coalitiepartijen die opstappen, colleges die vallen en burgemeesters die onder vuur komen te liggen.